Vervolg op het verhaal De Laatste Rit door: Iris Winters

De dag daarna kon ik Lotte maar niet uit mijn hoofd zetten. Mijn buurman Nico, een grote Fries, zei dat ik me geen zorgen moest maken: “Soms gaat er iemand weg, maar komt er weer iemand anders voor in de plaats”. Maar ik geloofde er niets van. Ik voelde een grote brok in mijn keel.

Toen Alex, de baas van de stal, met de voerkar kwam, begonnen alle paarden te hinniken – behalve ik. Toen hij bij mijn stal aankwam, zei hij: “Je hebt je brokjes van gisteren niet opgegeten! En je kijkt zo zielig uit je ogen. Ik ga de veearts bellen”. Daarna liep hij de stal uit.

Een uur later kwam er een busje aan met twee vrouwen. Ze onderzochten me, maar vonden niets. “We komen over twee weken terug om te kijken of er iets is veranderd.” Zeiden ze. Daarna bracht Alex me terug naar mij stal.

De volgende dag liep ik traag mee in de les. Ik kon alleen maar aan Lotte denken. Aan het einde van de les riep Alex alle kinderen bij zich. Hij vertelde dat de manege ging stoppen, omdat zijn vrouw was overleden en er te weinig geld was. “Dit is de laatste les”, zei hij. “Ik ga de paarden verkopen”.

Na die laatste les werden er steeds meer paarden verkocht. Ik hoopte dat Lotte het zou horen en mij zou komen halen, maar dat gebeurde niet. Uiteindelijk bleef ik alleen over. Toen overleed Alex onverwachts in een auto-ongeluk. Ik raakte in paniek. Wie zou me nu eten geven? Ik kreeg geen water, geen voer… en het weer werd steeds heter. Ik voelde mezelf zwakker worden.

Op een dag kwamen de twee vrouwen van de veearts terug. Ze schrokken toen ze me zagen. “Waar zijn alle paarden? En wat is er met hem gebeurd?” riep de een. Ze gaven me water, hooi en verzorgden mijn wonden. Daarna namen ze me mee in een trailer.

Ik kwam terecht in een nieuwe stal en leerde daar een vrolijke shetlander kennen: Jammie. Hij was klein, maar vol energie.

De volgende dag kwam er een man kijken die heel veel leek op de vader van Lotte. Hij herkende mij, en tot mijn grote geluk kwam hij de volgende dag terug – met Lotte! Toen ik haar zag, hinnikte ik van blijdschap. Ze rende naar me toe, deed de staldeur open en viel me om de hals. Ik blies mijn adem in haar nek.

“Storm! Niet te geloven dat ik jou hier nu zie!” riep ze. Haar vader vertelde dat ik verlaten was gevonden bij de manege, maar dat het nu gelukkig beter met me ging.

Vanaf dat moment kwam Lotte elke dag bij me langs. Ze kocht een zadel en hoofdstel, en zodra het mocht, reed ze weer op me. Ik voelde me steeds beter.

Mijn droom was uitgekomen: ik was nu écht van Lotte!