Donar en Daisy deel 5

Spooktocht

 

Yes! De zomervakantie is begonnen! Dat betekent op  ponykamp!! Daisy kan niet wachten…

 

Daisy fietst voor de laatste keer dit schooljaar van school naar huis. Volgende week ben ik op deze tijd met Donar, Sanne en Dinky in Drenthe op ponykamp, denkt ze enthousiast.

De week vliegt voorbij en voor ze het weet, is ze met haar vriendin en de pony’s onderweg naar Drenthe. Een week lang op kamp bij manege Het Gouden Hoefijzer. De hele week lange ritten maken door de prachtige Drentse natuur. Yessss! Daisy vindt het wel een beetje spannend om naar een vreemde plek te gaan. Gelukkig is haar vriendin Sanne erbij en natuurlijk haar lievelingspony Donar. Hij is dan wel niet Daisy’s eigen pony, maar dat voelt wel zo. Ze hebben samen al zo veel avonturen beleefd… Misschien heeft ze nu eens een normale week met Donar? Hoewel een spannend avontuur natuurlijk ook nooit weg is...

 ‘We zijn er!’ zegt Daisy’s vader. Daisy schrikt op uit haar gedachten. Het was een behoorlijk lange rit, maar wat is het hier mooi zeg! De manege ziet er goed verzorgd uit en in de weilanden eromheen staan prachtige paarden en pony’s. De manege ligt aan een natuurgebied, perfect voor mooie buitenritten. De meiden zetten de pony’s op stal en laden de spullen uit. Dan is het tijd om weer afscheid te nemen van haar vader. ‘Veel plezier meiden! Pas een beetje op jezelf en op elkaar. En eh, verras me eind van de week nu eens niet met een spannend avontuur,’ grapt hij.

 ‘Welkom allemaal! Ik ben Tanja. We gaan er met zijn allen een superleuke week van maken!’ Tanja is de baas van de manege. Ze vertelt wat ze die week gaan doen. Elke dag staat een buitenrit op het programma en omdat het zo’n mooi weer is, gaan ze ook zwemmen. Op de laatste avond is er een spooktocht met de pony’s. ‘Wauw, met zijn allen in het donker met de pony’s op pad, echt vet!’ zegt Sanne. Daisy vindt het idee alleen al te spannend. Straks vindt Donar het eng in het donker… en dan ook nog een spooktocht! ‘Joh, dat komt wel goed,’ probeert Sanne haar vriendin gerust te stellen. ‘Ze doen dat hier tijdens alle ponykampen, dus het is vast veilig.’

 Het loopt al tegen het einde van de middag en vandaag rijden ze niet. ‘De pony’s kunnen zo rustig wennen aan hun nieuwe omgeving,’ legt Tanja uit. ‘Ik vind het leuk als jullie elkaar een beetje beter leren kennen. Daarom heb ik een speurtocht uitgezet op het terrein. Dan weten jullie straks alles te vinden en kennen we elkaar wat beter voordat we morgen op pad gaan.’ Met de hele groep doen ze opdrachten in en rond de manege. Zo leren ze hun weg vinden en elkaar en de verschillende pony’s kennen. ‘Hé, wat is dat?’ Owen, een lange jongen met grappige blonde krullen, wijst naar een klein huisje dat wat verscholen achter de bomen ligt die aan het weiland grenzen. ‘Oh, daar woont gekke Annie,’ zegt Lidwien. Lidwien is een van de kinderen die al jaren naar het ponykamp op manege Het Gouden Hoefijzer komen. ‘Bij haar kun je maar beter uit de buurt blijven. Ze haat kinderen!’ Als Lidwien dat heeft gezegd, zien ze een oude vrouw van achter een gordijn naar hen kijken. Daisy krijgt er de kriebels van. ‘Het lijkt wel een heks,’ fluistert ze tegen Sanne. ‘Dat klopt,’ zegt Tanja, die vlak naast Daisy en Sanne is komen staan. ‘Nou ja, geen echte heks natuurlijk,’ gaat Tanja verder, ‘maar Annie weet alles van kruiden en planten. Ze heeft in haar tuin heel bijzondere kruiden staan waarmee ze mensen en dieren beter kan maken.’ ‘Of een toverdrank mee kan maken!’ roept Lidwien. Tanja vertelt de kinderen dat Annie een oogje in het zeil houdt als de paarden en pony’s in de wei lopen. Ze heeft er vanuit haar huis perfect zicht op. Ze heeft veel gevoel voor dieren en ziet het meteen als iets mis is. ‘Een paar weken geleden had Guus, die grote bonte ruin daar achterin de wei, nog koliek. Annie heeft hem een kruidenmengsel gegeven en voordat de dierenarts arriveerde, was Guus alweer bijna helemaal de oude.’ Dat is wel bijzonder, denkt Daisy bij zichzelf. Toch geeft Annie haar een raar gevoel waar ze niet helemaal de vinger op kan leggen.

 De volgende dag is het net als de afgelopen dagen prachtig weer. Lekker zonnig, maar niet te warm voor een lange rit. Als ze de pony’s hebben gezadeld, gaan ze op pad. De omgeving van de manege is prachtig. Mooie bossen afgewisseld met uitgestrekte heidevelden en een grote zandvlakte waar ze met de groep keihard overheen galopperen. ‘Wow! Ik wist niet dat Donar zo hard kon,’ roept Daisy naar Sanne als ze over de vlakte razen. Tussen de middag picknicken ze samen gezellig in de schaduw. De zadels gaan even van de pony’s en die kunnen lekker grazen aan de hand. Ze drinken van het water uit een grote watertank die de manege heeft gebracht. De kinderen genieten van hun lunch en kletsten gezellig. Wat een leuke groep, denkt Daisy, helemaal geen opscheppers of waaghalzen. Ze kan met iedereen overweg en vindt Owen stiekem wel iets meer dan een leuke jongen. Hij is gek op zijn mooie Tinker en lijkt geen oog te hebben voor meisjes.

 De hele week gaan de kinderen op pad met hun pony’s en genieten ze van de mooie natuur. De ritten zijn afwisselend, met hier en daar een sprongetje in het bos, een stevige galop, en genoeg tijd om lekker te kletsen als ze stappen. Daisy is onder de indruk van de hunebedden die ze heeft gezien. Hoe konden mensen eeuwen geleden die grote stenen op elkaar stapelen zonder hijskraan? Ze hebben voor haar gevoel iets magisch.

Dan breekt de avond van de spooktocht aan. Daisy vindt het zo spannend dat ze twijfelt of ze meegaat. ‘Natuurlijk ga je mee!’ zegt Sanne verontwaardigd. ‘We rijden de hele week al samen. Dinky wil echt niet mee hoor, als Donar er niet bij is’. Met een vreemd gevoel in haar buik zadelt Daisy Donar voor de spooktocht. Het is al bijna donker. Ze moet steeds denken aan de spannende verhalen die ze net heeft gehoord. Over de witte wieven bijvoorbeeld, een verhaal over mistflarden op de Drentse heide die je kunnen laten verdwalen… Gekke Annie zit ook nog in haar hoofd. Ze heeft haar deze week een paar keer door de gordijnen zien gluren. Ze let alleen maar op de paarden, stelt ze zichzelf gerust. Toch bekruipt haar een raar gevoel als ze die priemende ogen van Annie in haar rug voelt.

Als alle pony’s zijn opgezadeld, is het helemaal donker. ‘Jongens, het is belangrijk dat we bij elkaar blijven vanavond,’ instrueert Tanja de kinderen. ‘Let goed op elkaar en laat het me direct weten als we onderweg iemand kwijtraken. Je kunt hier gemakkelijk verdwalen in het donkere bos. Natuurlijk lijk wens ik jullie ook veel plezier!’ Nou, wat een plezier, denkt Daisy. Pfff, ze wilde maar dat het voorbij was en ze weer veilig op stal waren…

 De route is uitgezet met lampjes en fakkels, die veilig in grote kuipen zand staan. Het ziet er prachtig en ook magisch uit, vindt Daisy. Ze blijft dicht bij Owen en Sanne in de buurt. Het is fijn om Owen in haar buurt te hebben. Gelukkig zijn de pony’s erg braaf en niet onder de indruk van de ‘spoken’ die ze onderweg tegenkomen. Daisy voelt zich veilig op Donars rug. Wat is het toch fijn dat de vriendelijke ruin haar altijd vertrouwen geeft als dat haar even in de steek laat. Gelukkig hebben de mensen van de manege er rekening mee gehouden dat pony’s kunnen schrikken. De spooktocht is niet al te eng en de meeste dingen zien ze al van ver aankomen. Daisy begint het bijna leuk te vinden.

 Tot het moment dat ineens een harde wind opsteekt. Ook lijkt het een paar graden kouder te worden. Door de plotselinge wind waait de fakkel uit. Opeens is het pikdonker in het bos. Wat is dat in de struiken? Vlak achter Donar ritselt iets. Donar schrikt en schiet weg. ‘Jongens, bij elkaar blijven!’ hoort Daisy Tanja nog roepen, maar het is al te laat. Donar gaat er als een haas vandoor en Daisy kan niet meer doen dan proberen niet te vallen. Zolang ze samen met Donar is, komt het vast goed, maar wat als ze valt? Dan is ze hier helemaal alleen in dit donkere bos. Zie je wel, ik had nooit mee moeten gaan met deze stomme spooktocht, denkt ze, terwijl ze over het bospad denderen. Gelukkig mindert Donar na een poosje vaart. Daisy zit nog op zijn rug. Na een paar minuten is Donar gekalmeerd. Daisy heeft geen idee waar ze is. Ze zucht diep. Wat nu?! Maar huh? Wat is dat? Voor haar strekt zich plots een pad uit

van groene steentjes die oplichten in het donker. Daisy knippert. Ja, het ligt er echt, en ze heeft sterk het gevoel dat ze het pad moet volgen. Ook Donar twijfelt geen moment. Dapper volgen ze de bijzondere route. Waar zou die uitkomen?

 Daisy kan bijna niets zien. Ze ziet alleen het verlichte pad onder haar en de vertrouwde hals van haar vriend. De duisternis is overal om hen heen, maar gek genoeg is Daisy nu helemaal niet bang. Ook Donar lijkt geen last te hebben van de donkerte. Na een hele poos stappen ziet Daisy iets opdoemen in de verte. Het lijkt op een open plek te staan. Als ze dichterbij komen, ziet ze dat het de manege is. Ze kijkt achterom, maar het verlichte pad is weg! Hè?!

 ‘Daisyyyy! Wakker worden!’ Sanne trekt het dekbed van Daisy af. ‘Kom slaapkop, opstáán! Daisy schrikt wakker. ‘We moeten onze spullen pakken. Je vader komt ons zo halen.’ Het duurt even voordat Daisy beseft dat ze heeft gedroomd. Ze ligt veilig in haar bed. Maar het leek zo echt …

 ‘En, hoe hebben jullie het gehad? Ik heb geen bericht in de krant gezien of een telefoontje van de politie gekregen deze keer. Geen spannende avonturen beleefd?’ vraagt haar vader hartelijk. ‘We hebben een te gekke week gehad, maar geen spannend avontuur meegemaakt,’ antwoordt Sanne. Daisy is nog een beetje beduusd van haar droom. Ze leidt Donar naar de trailer. Hij loopt wat moeilijk. ‘Misschien iets in zijn hoef? Hier heb je mijn hoevenkrabber,’

zegt Sanne. Daisy tilt Donars hoef op. Tussen zijn hoef en het ijzer zit een groen lichtgevend steentje geklemd, ziet Daisy verwonderd. Ze voelt ogen in haar rug. ‘Dag Annie,’ hoort ze Sanne zeggen. Snel stopt Daisy het steentje in haar zak. Ze glimlacht. De meeste dromen zijn bedrog toch? Of…

 

Oeps! Heb je eerdere delen van Donar & Daisy gemist? No worries! Lees ze op www.bixiekids.nl/donarendaisy.